dinsdag 21 januari 2014

Ziek, zwak en misselijk

Lang heb ik gedacht dat ik immuun was voor de meeste typische reizigerskwaaltjes, zoals daar zijn: voedselvergiftiging, zeeziekte, wagenziekte, hoogteziekte en neurosyfilis. Helaas bleek ik uiteindelijk toch een mens.

Wagenziek ben ik een paar keer geweest in schuddende bussen die zich door eindeloze bochten slingerden. En in 2009, ergens tussen de Azoren en Guadeloupe, op een duits vrachtschip, zag ik groen van het zeeziek zijn. In Granada, Nicaragua at ik bedorven kip en verbaasde me een nacht lang over de hoeveelheid vocht die een mens in zich draagt.

Tot voor kort dacht ik dat hoogteziekte een overdreven fenomeen was, aangezwengeld door fabrikanten van pillen voor de reisapotheek. Allicht dat een beklimming van Everest voor wat ademnood kan zorgen, maar Cuzco, op 3500 meter, dat zal toch wel meevallen?

Twee uur na aankomst: het steegje stijgt, niet eens zo scherp, maar ik voel m'n kuiten branden. Daarna een stenen trap. Ik adem niet meer, ik zuig lucht als milkshake door een te dun rietje. Ik hijg als een bejaarde kettingroker. Mijn longen voelen aan alsof ze niet groter zijn dan een gloeilamp. Bovengekomen ben ik misselijk, ik sta wankel, het hoofd bonkt en steekt. Ik kan niet meer ontkennen dat hoogteziekte kennelijk toch bestaat. Eerst even uithijgen.

3500 meter hoogte valt niet mee voor de Homo Zeeniveau. Op 3500 meter is de lucht merkbaar ijl. Ik duik een bar in. Niet bewegen helpt. En, tot mijn verbazing, helpt de thee van coca-bladeren – een geijkt lapmiddel voor lijders aan hoogteziekte – zeer goed. Of het nu komt door de coca-bladeren of omdat ik iets warms binnenkrijg: de druk in het hoofd verdwijnt, het is alsof iemand een ventiel opendraait.

Daarna dronk ik een Pisco Sour en at Lomo Saltado en was alles weer goed. (al moet ik serieus rekening houden met de mogelijkheid dat ik ook niet immuun ben voor neurosyfilis).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten