vrijdag 24 januari 2014

De vlinder en de bliksemschicht


Laten we hem Pedro noemen.

Wie hem ziet, verwacht geen grootse dingen. Hij is midden dertig, klein en pezig. Zijn mosterd-gele uniform, hoewel keurig in de plooi, floddert een beetje om zijn lijf. Zijn kapsel is geen middel tot zelfexpressie, het is gewoon netjes kort geknipt.

Pedro is steward op de luxe busdienst van Cuzco naar Ica. Van de geïsoleerde Andes naar de cosmopoliete kustregio, waar de mensen er anders uitzien dan hij. Pedro heeft een volbloed-indianenkop, een scherp gesneden donker gelaat met de kenmerkende hoge jukbeenderen van de Inca's. Aan de kust, in Lima, in Ica, in de smeltkroes, zijn het allemaal mestiezen met Spaanse trekken.

Pedro is pas opzienbarend als hij in beweging komt. Pedro de flits. Pedro bliksemschicht. Een fenomeen. De bus schudt, de bus slingert. Het is een rit van zeventien uur en nergens is de weg vlak of recht. Op en af, bocht na bocht, langs ravijnen, zeventien uur lang. Een informatiefilmpje laat weten dat de bussen van Cruz del Sur zich altijd aan de voorgeschreven maximumsnelheid van 90 kilometer per uur houden. Een overbodig gegeven. 90 kilometer per uur betekent een gegarandeerde dood op deze bergwegen. De kilometerteller, zichtbaar in de passagierscabine, schommelt rond de 45.

Alles schommelt, behalve Pedro de berggeit. Hij flitst door de rijdende bus. Met headsets voor de radio in je armleuning. Met armen vol kussens en dekens. Met een tree thee en koffie rent hij de trap af tussen de twee verdiepingen van de dubbeldekker en komt boven met blad gestapelde magnetronmaaltijden die hij met verbluffende vlotheid uitdeelt, als een robot vermomd als Inca. Nooit morst hij een druppel. Als passagiers opstaan om naar de wc te gaan, liggen ze prompt bij hun buurman op schoot en zwalken als dronken nijlpaarden door de bus. Pedro trekt zijn afvalkarretje het middenpad op tijdens een steile afdaling en schuift mechanisch de lege dienbladen op hun plek. Nooit wankelt hij, nooit houdt hij zich vast, nooit moet hij zijn evenwicht hervinden.

In een mum van tijd zijn twee verdiepingen aan passagiers gelaafd en gevoed. Dan neemt ook Pedro plaats op zijn stoel achterin, naast de wc, maar hij blijft aanspreekbaar. Zijn dienst stopt pas als de bus zijn eindbestemming heeft bereikt.

Zeventien uur is lang genoeg om te fantaseren over Pedro's leven buiten de bus...

Laten we haar Mariposa Lopez noemen.

Mariposa Lopez woont in het appartement boven dat van Pedro. Ze is van Lima naar Cuzco verhuisd. Ze is kapster. Pedro vindt Mariposa Lopez een ravissante verschijning, maar is er de man niet naar om dat te zeggen. Soms heeft Mariposa Lopez een vriendje. Mannen met vet in hun achterovergekamde haren, die haar soms een blauw oog bezorgen, waarna ze ze aan de straat zet. Pedro zegt er niets van, behalve wanneer ze hem om zijn mening vraagt.

Mariposa Lopez staat vaak voor de deur als Pedro net zijn bed is ingedoken na een lange dienst op de bus. Pedro doet altijd open. Als Mariposa Lopez het slaperig hoofd van Pedro ziet verontschuldigt ze zich met overgave, maar het weerhoudt haar niet om de volgende keer gewoon weer te kloppen.

Pedro leent Mariposa Lopez suiker. Pedro vult haar olie bij en zegt dat ze nodig de remmen van haar kleine auto moet laten nakijken. Pedro repareert een lekkende kraan. Mariposa Lopez serveert rijst met zeevruchten, waar hooglander Pedro niet zo veel om geeft, maar hij eet glimlachend.

Zo draaien ze al bijna twee jaar om elkaar heen. Voordat ik in slaap val, bedenk ik dat ik straks niet moet vergeten om Pedro op het hart te drukken dat hij Mariposa Lopez gewoon eens moet zoenen, nadat ze rijst met zeevruchten voor hem heeft gemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten